Als je mij de laatste tijd ziet wandelen – ik doe dat dagelijks zo’n anderhalf uur – dan zul je me ook regelmatig zien stilstaan. Laatst betrapte ik mezelf erop dat ik aandachtig naar een moskorst op de bast van een esdoorn in het Vondelpark stond te kijken. En zoals je begrijpt was dat eerder zeker niet mijn gewone manier van doen. In de afgelopen maanden heb ik heel veel geleerd over aandachtig waarnemen wat er in een straal van een twee kilometer van mijn huis allemaal te ontdekken valt. Dat begon voor mij al begin januari, toen ik met heftige stressklachten (zo bleek later) rust moest nemen en dagelijks een lange wandeling ging maken. Nog vóór de intelligente lockdown begon was mijn wereld al een stuk kleiner geworden. Er is sindsdien niet zoveel veranderd voor mij. Wat wel veranderd is: ik heb zoveel bijgeleerd over de rijkdom van wat vlak bij me is. Misschien ben ik een late leerling en vertel ik je niks nieuws. Maar ik deel toch graag iets van wat ik heb gezien deze maanden.
De namen van 25 bomen
Mijn ogen gingen open toen ik tijden een van de wandelingen een podcast luisterde van de Amerikaanse priester-monnik Richard Rohr. Hij is van de orde van de Franciscanen, de door Franciscus van Assisi opgerichte kloosterorde. Franciscus had heel veel oog voor de natuur om hem heen. Geïnspireerd door zijn leermeester zei Rohr: ‘Als je wilt stilstaan bij de werkelijkheid om je heen, begin dan maar met het leren van de namen van 25 bomen of vogels.’ Oeps, ik kwam tot 7: eik, beuk, populier, kastanje, berk, plataan, treurwilg … Toen hield het even op. Bij de vogels kwam ik iets verder, maar toch. Nooit meer bij stilgestaan de afgelopen jaren. Totaal aan die bomen en de vogels voorbij geleefd. Maar daardoor dus ook aan zoveel essentiële kanten van de schepping om me heen.
Van Central Park naar Rembrandtpark
Inmiddels heeft de coronacrisis ons grotendeels opgesloten in onze eigen omgeving. De dagelijkse wandeling is het nieuw reizen geworden. Heel langzaam begint tot mij door te dringen wat dat betekent. Allereerst had ik een idiote ingeving in het Rembrandtpark. Ik dacht: ik ken het Central Park in New York beter dan dit Rembrandtpark om de hoek. Ik weet het, het klinkt blasé, maar het is gewoon een feit. Voor mijn werk ben ik regelmatig in New York geweest. En daarnaast het nodige van de wereld gezien en ervan genoten. Maar nu besef ik: ik heb zoveel oog gehad voor dingen ver weg dat ik de rijkdom van dichtbij niet wist te waarderen. Ik kon een gevoel van diepe schaamte niet bedwingen.
Oefenen in stilstaan
Inmiddels ben ik de schaamte een beetje voorbij en ben ik begonnen met aandachtig wandelen door parken in de buurt. Ik wandelde met het seizoen mee en zag de schepping, die in januari nog zo doods en donker was, weer openbloeien. Ik zit nog niet aan de 25 bomen, maar ben inmiddels al wel een heel stuk wijzer. Ik hoor vogelstemmen die ik nooit eerder hoorde. Nooit geweten dat er zoveel diversiteit was, zo dichtbij.
Maar o o, wat vraagt het elke dag een oefening om echt stil te staan. Mary Oliver zegt in een gedicht:
I know I can walk through the world,
along the shore or under the trees,
with my mind filled with things
of little importance, in full
self-attendance. A condition I can’t really
call being alive.’
De wereld een gelijkenis
Ik word me er steeds meer van bewust dat Jezus een wandelende leraar was in een beperkt gebied. Hij is de grens nauwelijks overgegaan en dan nog maar een heel klein stukje. Maar in het gebied dat zozeer zíjn leefomgeving was kende hij de vogels, de planten en de bomen. Hij keek er niet aan voorbij, maar liet zich erdoor onderwijzen. Hij zag in zijn biotoop zoveel gelijkenissen met het leven zoals het bedoeld is. Korenaren, vijgebomen, lelies, vogels in de lucht, ze krijgen een plek in de parabels die de kern van zijn onderwijs vormen. Jezus hoefde niet ver weg om de diep rijkdom van de schepping te zien en er lessen uit te trekken. Over leven, over dood, over menszijn, over God. De lessen zijn onuitputtelijk.
Ook om de hoek ligt er een wereld voor ons open
Van verre reizen zal het voorlopig misschien niet meer komen. Deze zomer komen we de grens waarschijnlijk niet meer over. Dat is wel even slikken. Wat een kleine wereld krijgen we opeens. Maar hoe erg is dat? Dat valt mee als we beseffen dat ook om de hoek een wereld voor ons open gaat. Als je het zo bekijkt zit in de begrenzing van nu ook een verborgen zegen.